Op de dag dat het kabinet zijn stikstofplannen bekendmaakt en de stikstofuitstoot met rigoureuze regelgeving aan banden wil leggen, laten groene groeiers in de twaalfde podcast horen dat zij innovatief investeren in regeneratieve landbouw en een gezonde bodem. Met hulp van het bedrijfsleven liggen nieuwe verdienmodellen voor biologische boeren in het verschiet.
Luister hier naar de podcast (47 min)
Luister hier naar het wilde idee (5 min)
Linda de Bie van coöperatie Agrifirm ziet voor boeren kansen. “Boeren en telers brengen het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen al omlaag en zoeken naar alternatieven. Behalve als producenten van goed voedsel, kunnen zij zorgdragen voor de omgeving door grondwaterbeheer en -opslag, het bevorderen van de biodiversiteit en het vastleggen van koolstof in hun land. Regeneratieve landbouw stelt dit centraal. Het is gericht op het versterken van de bodem. De uitdaging is hiervan een verdienmodel voor de boeren te maken.”
Joost van Schie heeft een biologische kaasboerderij in Warmond en heeft een route naar 2040 uitgestippeld. Dan wil hij regeneratief zijn. Hij ontwikkelt een ander mestsysteem, wil meer bosjes aanleggen in het grasland waar zijn 50 koeien lopen, wil de weide verrijken met kruiden en wil het dierenwelzijn verhogen, bijvoorbeeld door de kalfjes bij de moeder te laten. “Omdat ik een biologisch keurmerk heb kan ik een hogere prijs vragen, maar dat is niet genoeg om de aanpassingen te betalen. Als ik de kalfjes bij de moeder laat, scheelt mij dat een derde van de melkinkomsten. Ook zal ik andere stallen moeten bouwen. Bij mij groeien er al theekruiden in het weiland, een overeenkomst met een theeproducent. Maar niet alles valt te commercialiseren.”
Jan Willem van de Groep ontwikkelt in opdracht van het ministerie van Landbouw een carbon credit systeem in de bouwsector. “Boeren kunnen gewassen telen die geschikt zijn voor bouwmaterialen, denk aan vlas, hennep en listbollen. De CO2 wordt door die gewassen uit de lucht gehaald en vervolgens voor minstens 75 jaar opgeslagen in een gebouw, bijvoorbeeld in isolatieplaten. Dat is dubbele winst. Deze CO2 reductie levert certificaten op – carbon credits – die je kunt verkopen. Dat geld moet voor een deel naar de boer.
Marloes Arkesteijn is transitiemanager Circulair – Voedsel & Groene Grondstoffen bij de provincie Zuid Holland. Zij vindt het belangrijk dat overheid en bedrijfsleven voor de waarde die de boer toevoegt aan de bodem en natuur, gaan betalen. Arkesteijn steunt initiatieven en pilots die regeneratieve landbouw rendabel maken. “De provincie kan haar eigen CO2-uitstoot compenseren door die bouwcertificaten te kopen. Hoe dan ook moet de overheid het goede voorbeeld geven en als launching customer optreden. Alle overheden kunnen bijvoorbeeld eisen stellen aan bouwmaterialen. Dat moeten Nederlandse bedrijven ook veel meer gaan doen.”
Wilde idee
De studiogasten zijn verbaasd als ze van Janne de Hoop van het Hollands Wol Collectief horen dat wol van Nederlandse schapen in de verbrandingsovens verdwijnt. De Hoop biedt 5000 kilo halffabricaat aan. Als ze er eindproducten van kan maken wil boer van Schie vijf producten afnemen voor de winkel Oost in Leiden, waar biologische producten worden verkocht. Vijf om mee te beginnen. De Bie (Agrifirm) ziet ook mogelijkheden voor eindproducten. ‘Voor de Lekkerder bij de Boer app.’