Groene groeiers De Meeuw, Philips en HTC zijn koplopers in het uitrollen van circulaire businessmodellen. In de 24-ste podcast van het netwerk Groene Groeiers vertellen zij hoe zij de weg plaveien voor circulair ondernemerschap. Zij verwachten wel dat overheden zich vooruitstrevender opstellen, wat bij de provincie Zuid-Holland op begrip kan rekenen.
Podcast (50 min)
Het wilde idee (5 min)
Joziene van de Linde, managing director bij De Meeuw, legt uit dat De Meeuw al jaren gespecialiseerd is in modulaire en circulaire bouw. Door de modules, een soort legoblokken, steeds opnieuw in te zetten, stoot het bedrijf 55 procent minder CO2 uit dan traditionele bouw en heeft het het bouwafval met 95 procent gereduceerd. De Meeuw is niet alleen lid maar ook vriend van het netwerk Groene Groeiers.
Patrick Lerou is hoofd Circulaire Inkoop van Philips. Hij noemt twee voorbeelden die laten zien dat Philips duurzame koploper is. Het bedrijf neemt alle gebruikte medische apparaten terug om deze te kunnen opknappen of onderdelen te kunnen hergebruiken. Bovendien kunnen ziekenhuizen de apparaten, zoals een MRI-scan, ook leasen. Als tweede voorbeeld noemt hij eco-design. “Zo zijn we er in het ontwerp van onze nieuwe MRI-scanners in geslaagd om de hoeveelheid heliumgas – een schaars en duur edelgas om magneten te koelen – terug te brengen van de oorspronkelijke 1.500 liter naar slechts 7 liter in een gesloten systeem.”
Stefan Morssink, innovatiemanager bij HTC, werkt bij het bedrijf dat ‘product as a service’ totaal heeft doorgevoerd. HTC maakt, plaatst, monitort op afstand, onderhoudt en vervangt ‘speedgates’, geavanceerde voertuig-toegangssystemen voor gebouwen en terreinen.
Belemmeringen
Alle drie benadrukken de voordelen van circulair ondernemen voor de samenleving, het milieu en vooral ook voor hun eigen bedrijf. Zij hebben rendabele business cases opgezet die de bedrijven bovendien toekomstbestendig maken. Wel wijzen zij op belemmeringen die de transitie naar een circulaire economie onnodig vertragen. Zo is de perceptie van klanten over gerecyclede producten nog altijd negatief, die producten zijn in hun ogen oud of tweedehands, terwijl ze zo goed als nieuw kunnen zijn. Een ander probleem is dat circulaire processen kapitaalintensief zijn en dat de financiering om complexe contracten vraagt.
De drie duurzame managers vinden dat ook de overheden een rem zetten op de ontwikkeling naar een circulaire economie. Zo staat hun circulair inkoopbeleid nog in de kinderschoenen; blijven overheden maar pilots draaien, terwijl met de resultaten te weinig wordt gedaan, laat staan gedeeld met andere overheden; en ontbreken stimulerende maatregelen, zoals een lager of geen BTW-tarief op circulaire producten of een reparatierecht.
Ton Jonker, directeur Economie en Energie bij de provincie Zuid-Holland, erkent de problemen. Hij geeft aan dat de provincie weinig speelruimte heeft om de wet- en regelgeving te veranderen, wel lobbyt de provincie bij het rijk en in Brussel voor een effectiever circulair beleid. Ook het inkoopbeleid van de provincie is nog niet optimaal, maar Jonker is trots op het provinciehuis in Den Haag dat na een recente, ingrijpende renovatie toch vooral uit circulaire materialen bestaat.
Wilde Idee
Sebastiaan Hetterschijt, oprichter Bakkersgrondstof, haalt sinds kort niet verkocht brood op bij de bakkers, maakt er paneermeel van en fermenteert dit tot desem voor nieuwe broden. Het overschot gaat vervolgens naar het diervoeder voor de pluimveehouders, wiens eieren teruggaan naar de bakkers. Zo is de cirkel helemaal rond. Als Hetterschijt zijn Wilde Idee heeft gepitcht, reageren de studiogasten enthousiast. “Zoek financiering voor opschaling bij de rijke veevoederbedrijven”, adviseert Jonker. “Breid je business case uit”, zegt Lerou, “Kijk ook naar het begin van de keten, hoe kun je overproductie van broden voorkomen.”